vrijdag 13 juli 2007
Een nieuw decreet
Het participatiedecreet beoogt zoveel mogelijk burgers te laten ‘deelnemen’ en ‘deelhebben’ aan sport, cultuur en jeugdwerk in Vlaanderen.
Heel wat mensen participeren niet of onvoldoende aan het reguliere cultuur-, jeugdwerk- en sportaanbod: ze ervaren participatiedrempels. Deze drempels zijn van diverse aard en vragen een specifieke aanpak. Het reguliere sport-, cultuur- en jeugdwerkaanbod is -volgens minister Anciaux- ontoereikend om deze drempels weg te werken.
Het participatiedecreet richt zich daarom op een aantal ‘kansengroepen’ die een zekere ‘uitval’ vertonen bij hun deelname aan sport, jeugdwerk en cultuur en die ‘maatwerk’ vereisen. Volgende kansengroepen worden onderscheiden: personen met een handicap, mensen in armoede, gedetineerden, personen met een diverse etnisch-culturele achtergrond en gezinnen met kinderen.
Het participatieluik zit nu verspreid in bestaande decreten, aparte reglementen en ad-hocbeslissingen. Deze ‘wildgroei’ wil de minister ‘ordenen’ en in een decreet verankeren. Maar het participatiedecreet is geen alibi om minder aandacht te besteden aan participatie in het kader van bestaande decreten! Integendeel, dit decreet heeft een flankerende functie en is er ter ondersteuning van bestaande decreten.
Inhoud
Het participatiedecreet biedt een combinatie van ondersteuningsmaatregelen waarin enkele specifieke en sectoroverschrijdende participatie-instellingen worden verankerd (1), waarin de beleidsaandacht voor specifieke doelgroepen structureel wordt ingebed (2) en waarin een subsidiekader wordt gecreëerd voor vernieuwing rond participatie (3). De volledige decreettekst en de Memorie van Toelichting kan u downloaden in de rechterkolom.
Enkele zaken springen in het oog. De Rode Antraciet, Kunst en Democratie en Cultuurnet Vlaanderen krijgen een specifieke plaats in dit decreet. Hobbyverenigingen komen in aanmerking voor subsidies en ‘Cultuurstad Vlaanderen’ wordt als nieuw initiatief gelanceerd. Kleine Vlaamse (centrum)steden kunnen meedingen naar de tweejaarlijkse titel ‘Cultuurstad Vlaanderen’.
Kostenplaatje
Aan dit alles hangt uiteraard een kostenplaatje. Het gaat om een pot van 16 miljoen euro waarvan 8 miljoen euro extra middelen. Een opvallende geldinvestering!
De Rode Antraciet krijgt in ruil voor de uitbreiding van het takenpakket een verhoging van de middelen. Een groot bedrag is eveneens voorzien voor twee sectoroverschrijdende participatie-instellingen (Cultuurnet Vlaanderen, goed voor 2.550.000 euro en Kunst en Democratie, goed voor minimaal 600.000 euro). 400.000 euro wordt vrijgemaakt voor ‘Cultuurstad Vlaanderen’ en 700.000 euro voor grootschalige cultuur -en sportevenementen.
Sluitstuk?
Minister Anciaux ziet de verankering van participatie in dit nieuwe decreet als hét sluitstuk van zijn beleid.
Met uitzondering van De Rode Antraciet heeft dit decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk een erg kleine impact. Sociaal-culturele organisaties die reeds een subsidie ontvangen, komen in het nieuwe decreet niet direct in het vizier. De categoriale benadering in het decreet is opvallend. Naast een aantal "klassiekers" (armen, gedetineerden) worden gezinnen met kinderen ook als een kansengroep bestempeld. Extra geldmiddelen worden ingezet. Dit is positief, maar de andere kant van de medaille is dat niet echt sprake is van een subsidiëring op lange termijn. De subsidiëring wordt duidelijk afgebakend in de tijd (meestal op basis van een beheersovereenkomst voor vijf jaar). De vraag is hoe ’vrij’ de middelen kunnen worden ingezet. In het ontwerp van decreet wordt de indruk gewekt dat de overheid erg sturend kan optreden.
In het najaar wordt duidelijk of het decreet in de politieke wereld en bij de betrokken organisaties en sectoren de nodige bijval zal krijgen.