woensdag 1 juni 2016
Aan een slopende periode van onduidelijkheid komt nu dus een einde. Aanvankelijk werd 1 januari 2017 vooropgesteld voor de afslanking van de provincies. Het werd de afgelopen maanden echter alsmaar duidelijker dat die timing onhaalbaar werd. Tot groot ongenoegen van provinciebesturen en -personeel, instellingen en organisaties bleef een beslissing van de regering uit: er kwam maar geen uitsluitsel over concrete maatregelen voor de komende maanden. Nu is dus beslist de operatie met een jaar uit te stellen. Dat betekent dat de provincies nog één jaar bevoegd blijven voor sociaal-cultureel werk.
Nóg een belangrijke wijziging ten opzichte van de oorspronkelijke plannen: de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing blijven bestaan, maar worden wel verlaagd. Vlaanderen zal voortaan immers in evenredigheid met de overgehevelde bevoegdheden een deel daarvan innen. Omdat daardoor de basisheffing verhoogt (het is Vlaanderen dat deze belasting in eerste orde heft), zullen in de toekomst niet alleen de provinciale opcentiemen, maar ook de gemeentelijke opcentiemen dalen. Volgens minister Homans zal dit niet leiden tot een belastingverhoging.
De concrete gevolgen voor sociaal-culturele organisaties, vrijwilligersacademies, projectsubsidies, uitleenpunten en andere organisaties die op dit moment werken met provinciale middelen, zijn op dit moment onduidelijk. De scenario’s voor de periode na de overdracht naar Vlaanderen staan nog in de kinderschoenen. De provincies zullen zich nu in ieder geval snel moeten organiseren op een extra jaar werking.
Minister Gatz garandeerde (zie vorige berichtgeving) in het verleden meermaals dat dit geen besparingsoperatie is voor de betrokken organisaties. Zowel de FOV als het samenwerkingsverband ISOC volgt het dossier nauwgezet op. Beide dringen aan op een spoedig overleg om duidelijkheid te creëren.