vrijdag 20 januari 2017
De etnisch-culturele federaties vervullen in Vlaanderen en Brussel een belangrijke rol in de civiele samenleving. Ze staan op het kruispunt van diverse maatschappelijke domeinen. Zo zijn ze actief rond thema’s als cultuur, tewerkstelling, welzijn, onderwijs, integratie, discriminatie, … Naast de opdrachten die etnisch-culturele federaties vanwege de Vlaamse overheid krijgen in het kader van het decreet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk, worden deze verenigingen geconfronteerd met heel wat bijkomende verwachtingen en vragen uit heel verschillende hoeken van onze samenleving.
In het verleden wezen al meerdere auteurs op deze overvraging van de etnisch-culturele federaties. In 2012 publiceerde het HIVA (het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving van de KU Leuven het onderzoek ‘Vol van verwachting? Studie naar de (mis)match tussen de verwachtingen ten aanzien van de etnisch-culturele federaties en hun mogelijkheden om daar aan te voldoen’. Dit onderzoek maakte deel uit van een traject dat de federaties met de FOV opzette om de problematiek onder de aandacht te brengen. FOV bracht daarover toen ook verschillende publicaties uit. Die kan je terugvinden op onze website.
Naast het aantal uitdagingen is het aantal afdelingen van etnisch-culturele federaties de laatste vijf jaren ook enorm gegroeid. Als erkende sociaal-culturele verenigingen worden zij volgens het huidige decreet gesubsidieerd op basis van het aantal afdelingen. Het huidige subsidiekader biedt echter geen mogelijkheden om een toename van het aantal afdelingen om te zetten in bijkomende financiële middelen. Minister Gatz heeft daarom besloten om de komende twee jaar bijkomende middelen vrij te maken voor de etnisch-culturele federaties.
De administratie werkt aan een scenario waarbij gedurende een overgangsperiode van twee jaar een degressieve afbouw van gescomiddelen voor niet-structureel gesubsidieerde organisaties wordt vooropgesteld. In de commissie cultuur, tijdens de bespreking van de beleidsbrief cultuur, bevestigde de minister dat middelen uit de vermelde gescofasering specifiek voor de etnisch-culturele federaties zullen worden vrijgemaakt. Een concrete timing hiervoor is nog niet bekend. De federaties kijken, samen met ons, uit naar het concrete startschot van hun versterking.