dinsdag 20 juni 2017
Op dit moment legt het kabinet van Vlaams cultuurminister Gatz de laatste hand aan een transitiereglement: vanaf 1 januari 2018 worden de provinciale cultuurmiddelen (en vele andere) overgedragen aan Vlaanderen. Met het transitiereglement wil de minister de overdracht en overgang regelen in afwachting van een nieuw regiodecreet dat vanaf de volgende legislatuur van start moet gaan. We schreven hierover al een bijdrage in de Nieuwsbrief Lokaal Cultuurbeleid.
Diverse parlementsleden stonden hier bij stil. Zo vroeg Caroline Bastiaens (CD&V) aan de minister hoe het nieuwe decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk spoort met dat toekomstig regiodecreet. Marius Meremans (N-VA) stelde vast dat de lat hoog ligt voor nieuwe organisaties om toe te treden tot het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk en hoopt dat het regiodecreet de instap zal verbeteren. Ook Bart Caron (Groen) miste het regiodecreet en vond dat de ontwikkeling van de inhoudelijke lijnen ervan te lang aansleept. Het belang van dit bovenlokale niveau voor de ontwikkelingen in het sociaal-cultureel werk mag volgens hem niet worden onderschat.
Minister Gatz gaf aan dat het transitiereglement ook aandacht zal hebben voor de sociaal-culturele initiatieven en zou de vragen meenemen naar de verdere ontwikkeling van het regiodecreet.
Oorspronkelijk was het de bedoeling om het Participatiedecreet tegelijk te evalueren en aan te passen aan het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk. Gaandeweg werd deze strategie verlaten omdat dit niet zo eenvoudig bleek te zijn. Wel is het zo dat via het nieuwe decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk het hoofdstuk in het participatiedecreet over laagdrempelige educatie wordt geschrapt: de betrokken organisaties worden “overgeheveld” naar hun respectieve sectorale regelgeving.
Op de vraag van Caroline Bastiaens (CD&V) wat de verdere plannen van minister Gatz met dit decreet waren, antwoordde hij dat nog geen afgelijnde plannen heeft. Hij zal de zomerrust gebruiken om zich hierover te beraden.
Zoals al eerder aangekondigd broedt minister Gatz op een scenario voor een hervorming van de zogenaamde “bovenbouw”: belangenbehartigers, steunpunten en aanverwante organisaties. Tezelfdertijd worden volop plannen gesmeed voor een interne hervorming van de administratie CJM (Cultuur, Jeugd, Media).
Op de plannen zelf werd niet dieper ingegaan, maar toch verwees een aantal sprekers hier nadrukkelijk naar. Bart Caron (Groen) hoopt dat de minister een sterk “believe” in het belang van de bovenbouw bevestigt. Marius Meremans (N-VA) gaf aan dat de dialoog en het overleg over het nieuwe decreet ervoor zorgden dat het een evenwichtig en duurzaam kader werd. Ook Caroline Bastiaens (CD&V) zag duidelijk de meerwaarde van het overleg met de FOV en de rol die de sectorfederatie hierin speelde: het zoeken naar draagvlak en naar constructieve oplossingen om inzichten te verzoenen. Vriend en vijand, zo besloot ze, zullen erkennen dat hun rol van kapitaal belang is geweest, dat een sterke belangenbehartiger een essentiële bondgenoot is en “volgens mijn fractie moet dat gehonoreerd worden, ook financieel”.
Minister Gatz evalueerde het overleg over het decreet ook als positief en engageerde zich om dit verder te zetten in het kader van het uitvoeringsbesluit en het visitatie- en beoordelingsprotocol. “Maar”, zo grapte de minister, “zelfs als ik mocht overwegen dat niet te doen, de FOV gaat soms langs de voordeur buiten maar komt dan toch langs de achterdeur terug binnen”.