maandag 23 maart 2015
Wie is er nu eigenlijk verantwoordelijk voor de regularisatie van de gesco’s binnen het beleidsdomein Cultuur? Dit vroeg Vlaams parlementslid Caroline Bastiaens (CD&V) zich af. "Het initiatief en de coördinatie van dit dossier ligt bij de collega die bevoegd is voor Werk, minister Muyters.", antwoordde Sven Gatz op 12 maart in de Cultuurcommissie. Een week later antwoordde minister Muyters in de Commissie-Werk: "Het komt de betrokken vakminister toe om te bepalen wat hij of zij zal doen: regulariseren of niet". Die legde de bal dus integraal in het kamp van de cultuurminister. Deze engageerde zich alvast om het dossier tot een goed einde te brengen: "U doet, ongeacht de bevoegdheid van minister Muyters, absoluut terecht een appel op mijn engagement, dat ik ook zal honoreren, voor uw sector, mijn sector, onze sector".
Duidelijk is alleszins dat de bal intussen rolt. Het regeerakkoord vermeldde eerder al een grondige hervorming van de gesco’s, een operatie die voor de "gemeentelijke gesco’s" intussen al is doorgevoerd. De gemeenten ontvingen 95 % van de middelen: de premie én de RSZ-bijdrageverminderingen. Muyters bevestigde nu dat ook de andere sectoren eenzelfde middelenoverdracht zullen kennen.
Maar wat zal er nu effectief gebeuren? Daarover lieten de ministers het achterste van hun tong nog niet zien. Ofwel wordt er aan een uitdoofscenario gewerkt, ofwel aan een regularisatie (zoals destijds ook met de DAC-statuten gebeurde). Voor Philippe Muyters is het alvast eenvoudig: het komt aan de vakminister toe om hierover te beslissen. "Stel dat een minister op een bepaald ogenblik zegt dat voor de projectgesco’s van project x een regularisatie zal gebeuren, dan zullen wij 95 procent van de middelen -en dat betreft ook de RSZ-middelen- aan de betrokken vakminister overmaken. Nadien komt het de minister toe om de zaak af te handelen. En dan is er geen sprake meer van gesco’s, maar van een gewone tewerkstelling".
En wanneer zullen deze beslissingen vallen? "Wanneer de Vlaamse Regering het dossier heeft goedgekeurd", antwoordde minister Muyters laconiek. "Gezien de complexiteit van het dossier en de vele beleidsdomeinen die dit raakt, wordt veeleer gemikt op de middellange termijn", schatte minister Gatz in.
Caroline Bastiaens wees erop dat de mensen die als projectgesco’s zijn tewerkgesteld en ook de organisaties ongerust zijn over hoe het verder moet. Deze tewerkstelling is immers essentieel voor de werking. Het is dus belangrijk dat de ministers met de sectorfederaties en de sociale partners aan de slag gaan. Ook andere parlementsleden, zoals Bart Caron (Groen), Yamilla Idrissi (sp.a) en Sonja Claes (CD&V) sloten zich bij deze zorgen aan.
De volledige tekst met de vragen en antwoorden in de twee commissies van het Vlaams Parlement kan je nalezen in de rechterkolom.