Een terugblik op de afgelopen legislatuur
donderdag 14 augustus 2014
In 2013 werd 1,6 % van het geld van de Vlaamse regering gebruikt voor cultuur. Vóór de besparingen sinds 2009 was dit nog 1,9 % en door de 6de staatshervorming zal dit aandeel nog feller krimpen. Het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk tikte bescheiden aan voor 0,2 % van de Vlaamse middelen.
Uit onderstaande grafiek blijkt dat tijdens de afgelopen legislatuur (van eind 2009 tot begin 2014) het cultuurdomein er niet in slaagde gelijke tred te houden met de evolutie van de Vlaamse middelen. Deze laatste namen toe met ongeveer 12 procent, terwijl de uitgaven voor cultuur met ongeveer 8 procent groeiden, wat lager is dan de inflatie, berekend op 10,49 procent. Elke evolutie die zich dus onder die 10,49 procent situeert, betekent een feitelijke verarming.
Het IVA sociaal-cultureel werk zag zijn budget met amper 3 procent toenemen. En voor het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk was er begin 2014 evenveel geld als begin 2009, wat –rekening houdend met de inflatie- een verdamping van het budget met tien procent betekent.
Het sociaal-cultureel volwassenenwerk bengelt helemaal onderaan de grafiek. Deze sector heeft de voorbije legislatuur dan ook stevig bijgedragen aan de besparingen. Zo verloren de Vormingplussen en Socius een derde van hun middelen, zagen de etnisch-culturele federaties hun subsidies ook fors dalen, was er een tekort van 25 procent voor de bewegingen, werd de experimenteerruimte voor de verenigingen geschrapt en verdampte de toepassing van de opleidingscheques voor de vormingsinstellingen.