donderdag 5 maart 2015
Geen beleidsprioriteiten en geen instapvoorwaarden meer
Het toepassingsgebied van het decreet Lokaal Cultuurbeleid wordt verengd tot de gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot de faciliteitengemeenten in de Vlaamse rand rond Brussel. Voor de andere gemeenten vervallen de instapvoorwaarden en Vlaamse beleidsprioriteiten. De middelen voor lokaal cultuurbeleid zullen vanaf 2016 toegevoegd worden aan het Gemeentefonds. Dit op basis van het bedrag dat gemeenten voordien ontvingen. De oorsprong van deze bedragen is traceerbaar, maar ze worden niet geoormerkt. Deze middelen zullen, in tegenstelling tot de andere middelen in het Gemeentefonds, in de toekomst niet worden geïndexeerd.
Wel nog een cultuurraad
Enkele bepalingen blijven in het decreet (voorlopig) behouden: de bepalingen omtrent organisaties met een specifieke opdracht (zoals VVC, LOCUS, Bibnet,...) blijven ongewijzigd, evenals de intergemeentelijke samenwerking voor afstemming van het cultuuraanbod en de communicatie, de organisatie van het overleg en de advisering van het gemeentelijk cultuurbeleid en de bepalingen omtrent de provincies (o.a. het streekgericht bibliotheekbeleid). De Cultuurpactwetgeving (een federale wetgeving) blijft gelden. Dit geeft enige zekerheid wat betreft de advisering van het lokale cultuurbeleid.
Breder dan Cultuur
Niet alleen het decreet Lokaal Cultuurbeleid wordt aangepast. In dezelfde geest worden ook de volgende decreten op de werkbank gelegd:
Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk - Tijd voor een New Deal
In eerdere adviezen uitte de SARC reeds haar bezorgdheden omtrent het voeren van een kwalitatief lokaal cultuur– en jeugdbeleid. Na het doornemen van het ontwerpdecreet, wijst de sectorraad opnieuw op enkele knelpunten met de vraag hier nog oplossingen voor te voorzien in de definitieve tekst:
De Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk ziet kansen in een New Deal tussen middenveld en lokale besturen, onder meer door het vrijwaren van een impulssubsidie die, of een impulsbeleid dat niet geïntegreerd wordt in de algemene basisfinanciering aan lokale besturen. Op die manier kan de Vlaamse overheid lokale besturen stimuleren om een beleid te voeren dat beantwoordt aan maatschappelijke noden.
Daarnaast zou deze subsidie aangewend kunnen worden om verbindingen te creëren in de tussenruimte tussen lokaal bestuur en middenveld/burger, op zoek naar slimme vormen van samenwerking en burgerschap. "Dit komt tegemoet aan de nood aan creatieve en duurzame oplossingen op maat van de lokale realiteit en kan een antwoord bieden op vragen waarmee zowel lokale overheden als middenveldorganisaties worstelen", zo zegt de sectorraad. Daarnaast pleit de raad ook voor meer samenwerkingskansen op regionaal niveau.